Tellen

Op Huis de B tellen we regelmatig met de peuters. Tellen is namelijk iets wat je vooral leert door het vaak te horen. En net als bij zingen kun je ook tellen eigenlijk altijd doen. Tellen tot vijf is voor peuters genoeg. Daarna begin je gewoon weer overnieuw. Je kunt passen tellen als je samen naar de winkel loopt. Het is leuk om dan ook te variëren in snelheid of grote passen en kleine passen. Op de B tellen we alles wat los en vast zit. Als je je kind vraagt wie er allemaal samen gaan eten (gezinsleden tellen) kun je vervolgens vragen hoeveel borden er dan op tafel moeten. Dat is een moeilijke denkvraag voor peuters, maar goed inzichtelijk te maken. Daarna volgen natuurlijk de vorken, lepels en bekers. Ondertussen dekt je peuter de tafel! Je kunt ook het opruimen stimuleren met tellen: om de beurt vijf blokken in de ton doen, hoe vaak moet je lopen naar de prullenbak tot alle snippers zijn opgeruimd? Of gebruik een dobbelsteen: eerst gooien en dan zoveel items opruimen als ogen die je hebt gegooid. Succes!